Puber

Je puber ontwikkelt zich snel op allerlei gebieden, zoals lichamelijk, seksueel en sociaal-emotioneel. Als ouder ben je druk met het opvoeden, het (opstandige) gedrag, het mediagedrag en de gezondheid van je puber. Je wilt natuurlijk ook dat je kind gezond eet. Maar hoe doe je dat eigenlijk? Vrije tijd vinden pubers belangrijk. Ze trekken er graag met vrienden op uit. Ze gaan ook steeds meer ontdekken en experimenteren, zoals drank, drugs en roken. Hoe ga je er als ouder mee om als je puber met deze genotmiddelen in aanraking komt? Je puber zit op de middelbare school, maar kiest straks een vervolgstudie. Misschien wil je puber ook wel een baantje om extra geld te verdienen. Hoe kun je je kind hierin steunen en begeleiden?

Angststoornissen

Heeft je puber erg veel last van angst? Als de angst invloed heeft op het dagelijks leven heeft je kind misschien een angststoornis. Maar dit is niet altijd het geval.

Angst in situaties

Als je puber alleen angst voelt in bepaalde situaties is er nog geen sprake van een angststoornis. De angst heeft dan nog geen invloed op het dagelijks leven. Voorbeelden van dit soort angsten zijn:

  • Faalangst. Bijna iedere puber is bang om te falen. Deze angst kan er voor zorgen dat pubers beter presteren. Als de angst en de spanning te groot worden kan je puber juist slechter gaan presteren.
  • Sociale angst. Je puber reageert met milde angst en gespannen gedrag op mogelijke dreiging of psychische druk.
  • Schoolweigeren. Vaak komt dit door onderliggende problemen zoals pesten.

Wat is een angststoornis?

Bij een angststoornis heeft de angst wel invloed op het dagelijks leven. Je puber wil bijvoorbeeld niet meer naar school of de sportclub. Of is steeds meer op zichzelf. Andere symptomen zijn:

  • vermijden van situaties of voorwerpen
  • vaak last hebben van hoofdpijn of buikpijn
  • veel piekeren
  • slecht slapen
  • geen zin hebben in eten
  • zich niet goed concentreren, slechter presteren op school en schoolverzuim
  • bang zijn om dingen te gaan doen
  • zenuwachtig of prikkelbaar zijn
  • last hebben van dwanghandelingen, dwangstoornissen en depressie.

Voorbeelden van angststoornissen

  • Fobie. Bij een fobie ben je onterecht bang voor dingen, dieren of situaties. Als je puber een fobie heeft zul je merken dat het bepaalde situaties vermijdt.
  • Paniekstoornis. Jongeren met een paniekstoornis kunnen ineens in paniek raken. Het komt onverwacht en kan overal gebeuren. Daarom vermijden ze bijvoorbeeld de bioscoop, het openbaar vervoer of feestjes.
  • Sociale angststoornis. Jongeren met een sociale angststoornis zijn bang om bekeken of belachelijk gemaakt te worden. Ook zij zullen bepaalde situaties vermijden.
  • Gegeneraliseerde angststoornis. Bij deze stoornis maakt je puber zich voor een lange tijd veel zorgen over bepaalde dingen in het leven. Denk aan school, werk, de toekomst of gezondheid. Je merkt dit bijvoorbeeld aan vermoeidheid, concentratie en spierspanning.
  • Angststoornis veroorzaakt door ziekte of middelengebruik. Sommige lichamelijke aandoeningen (zoals astma) kunnen ervoor zorgen dat je puber sneller zorgen heeft of angstig is. Ook kan alcohol, cafeïne, energy drinks of cannabis angsten veroorzaken. Vaak gaat het dan om paniekaanvallen.

Wanneer zoek je hulp?

Als je denkt dat de angst het dagelijks leven van je kind verstoort, zoek dan hulp. Bespreek het met je huisarts. Die kan jou en je puber adviezen geven of doorsturen naar professionele hulporganisaties.

De ADF Stichting is de patiëntenvereniging voor mensen met angst- of dwangklachten.