Baby

Het is een bijzonder moment als je vader of moeder bent geworden. De tijd na de bevalling heet de kraamtijd. Als moeder word je goed in de gaten gehouden door de verloskundige, kraamverzorgende of arts. Pasgeboren baby’s hebben de eerste tijd qua voeding niet veel meer nodig dan borstvoeding of flesvoeding. Je baby ontwikkelt zich het eerste jaar razendsnel. Ze leren veel en vinden het bijvoorbeeld leuk om samen met je te spelen. Als ouder ben je veel bezig met opvoeden, het gedrag en het verzorgen van je baby. Je doet de baby in bad, verschoont de luier en probeert de verschillende signalen die je baby geeft te herkennen en te begrijpen.

RS-virus (RSV)

Het RS-virus (of RSV) veroorzaakt een erge vorm van verkoudheid. Het komt veel voor bij jonge kinderen. De klachten ontstaan door een infectie aan de luchtwegen. Baby’s en jonge kinderen kunnen er heel ziek van worden.

Symptomen van RSV

  • De neus van je kind is verstopt met taai snot.
  • Je kind moet soms hoesten, en soms ook overgeven.
  • Sommige kinderen krijgen het benauwd.
  • Sommige kinderen krijgen koorts.

Behandeling van RSV

Antibiotica hebben geen zin bij RSV, omdat antibiotica alleen helpen tegen bacteriële infecties en niet tegen virusinfecties. De infectie geneest vanzelf. Kinderen die het RS-virus hebben gehad, zijn er niet immuun voor en kunnen het dus opnieuw krijgen. Na de infectie kunnen patiëntjes nog een paar weken blijven hoesten en kortademig zijn.

Soms is opname in het ziekenhuis nodig, als het kind erg benauwd is bijvoorbeeld. Baby’s met extra risico’s hebben een grotere kans dat ze naar het ziekenhuis moeten. Denk aan baby’s die te vroeg geboren zijn, die hart- of longafwijkingen hebben of kinderen met een slecht werkend afweersysteem.

Wat kun je doen tegen RSV?

Je kunt je kind niet goed beschermen tegen het RS-virus, maar je kunt wel wat algemene maatregelen nemen:

  • Zorg dat je goed schoon bent. Was bijvoorbeeld je handen met zeep voordat je je baby aanraakt.
  • Rook niet in de buurt van je kind.
  • Maak je je zorgen? Neem dan contact op met je huisarts.