Jongvolwassene
Je kind wordt steeds volwassener. Dat betekent ook dat je kind zich steeds meer ontwikkelt, zowel lichamelijk als sociaal. Als ouder ben je vaak continu bezig met opvoeden en begeleiden. Maar kun je doen als je te maken krijgt met ongewenst gedrag, zoals stelen, gokken of agressie? Hoe ouder je kind wordt, hoe meer je je kind loslaat. Maar hoe zorg je ervoor dat je kind gezond leeft, gezond eet en zich veilig in het verkeer gedraagt? Als het eindexamen in zicht is, kiest je kind een vervolgstudie. Hoe kun je daar als ouder bij helpen? En wat als je kind op zichzelf wil wonen en wil gaan werken?
Behandeling bij boulimia
Als je er niets tegen doet, gaat boulimia nervosa in ongeveer een derde van alle gevallen vanzelf over. Een derde van de patiënten blijft eetproblemen houden, en het overige derde deel ontwikkelt andere eetstoornissen.
Behandeling van boulimia
Het is moeilijk te zeggen of de behandeling van boulimia zoals die nu gebeurt echt vruchten afwerpt. De mensen die zich onder behandeling stellen, zijn er vaak vrij ernstig aan toe en daarom zijn de resultaten niet altijd goed. Patiënten met een lichtere vorm van boulimia zouden misschien betere resultaten kunnen behalen.
Onbegrepen stoornis
Boulimia is een vrij onbegrepen stoornis. Er zijn wel veel theorieën over, maar een effectief geneesmiddel of een eenduidige therapie lijkt nog niet gevonden.
Familieaanpak of zelfhulpgroepen
Eetstoornissen hebben veel invloed op een gezin. Soms is er bij eetstoornissen sprake van bepaalde, vaak onbewuste patronen in de familie die de eetstoornis in stand houden. Familiegroepstherapie, systeemtherapie en ook ondersteuning van ouders wordt aangeboden in speciale klinieken en centra voor eetstoornissen. Er bestaan ook zelfhulpgroepen.
Wat kun je zelf doen?
Er is geen eenduidig advies te geven over wat je tegen boulimia kunt doen. Als je kind tekenen van boulimia vertoont, kun je je zorgen met je kind delen en vertellen wat laxeermiddelen en veel overgeven met je lichaam doen. Ook kun je in overleg met je kind professionele hulp zoeken. Vraag ernaar bij je huisarts.