Iris blogt: 16 uur, 16 minuten en 47 seconden daglicht

Normaal gesproken hebben we in Nederland op 21 juni de langste dag. Maar schrikkeljaren zijn een uitzondering. Daarom is het vandaag zover: we hebben

16 uur, 16 minuten en 47 seconden daglicht.

Als eeuwige optimist kijk ik in januari al reikhalzend uit naar deze langste dag en verheug mij op lange, zwoele zomeravonden. Ik denk niet in uren daglicht maar aan zoveel uren zonlicht. Weet je het nog? Zon, een gele bol aan een strakblauwe hemel. Nu houdt hij zich al weken schuil achter een gordijn van grijs. Speelt hij kiekeboe tussen de regen- en onweersbuien en is hij hoofdzakelijk te zien op kindertekeningen.

Deze morgen liep ik blij mijn ochtendrondje door het bos want er scheen een mager zonnetje. Een paar uur later zie ik vanaf mijn werkplek de lucht alweer donkergrijs worden. Nog even en de eerste dikke regendruppels vallen in onze tuin.

De tuin is wel mooi groen door al die regen. Toch staan de planten er niet zo goed bij als andere jaren en dat komt door mijn aartsvijand, de slak. Als er iets is wat het echt goed doet bij dit weer, dan zijn het slakken. Ze vreten zich rond aan de hosta’s, dahlia’s, hortensia’s, scheefbloem en nog veel meer andere planten. Ze wurmen zich door kieren, glibberen over plastic randjes en kruipen onverstoorbaar door over uitgestrooide eierschalen. Ze laten zich niet hinderen door knoflookgeuren, koemest of doornen van de rozenstruik. Zelfs de microscopisch kleine aaltjes die ik zorgvuldig verdeelde over de aarde doen tot nu toe nog niet hun werk. Het enige waarmee ik mij kan wapenen tegen deze terrorslakken zijn de potjes bier, waarmee ik elke avond tientallen slakken vang.

Maar ik mag niet klagen, want ik ben niet afhankelijk van zaaien, poten of oogsten zoals zoveel boeren en tuinders. Ons huis staat hoog en droog, we hebben geen wateroverlast en we kunnen schuilen tegen de regen onder een overdekt terras.

Ook heb ik nu al veel plezier van mijn nieuwe regenjas die ik in het vroege voorjaar alvast kocht voor een natte herfst. Wist ik veel dat ik die jas het hele voorjaar moest dragen.

En terwijl het hier gewoon doorregende was ik een dikke drie weken op vakantie waarvan we slechts twee dagen een beetje regen hadden. Dus kwam ik aangekleurd, aangewarmd en uitgerust thuis in ons natte kikkerlandje.

Vandaag is het dus de langste dag en op het moment dat ik dit stukje schrijf heb ik geen flauw idee hoe dan het weer zal zijn. Zon, regen, of allebei. Weeronline zit er tegenwoordig vaak net even naast met hun voorspelling.

De zwoele zomeravonden moeten nog komen. Zolang ze er niet zijn kunnen we samen met vrienden en familie wegkruipen in onze huiskamers. Er is op TV voldoende te beleven. Het EK, de Tour de France en de Olympische Spelen.

Laten we vrolijk worden van de oranje vlaggetjes die in de regen en wind wapperen in onze straten en doen alsof de regen een zegen is. Laten we samen juichen als we winnen en samen schelden als we verliezen. Samen komen we wel door deze lange ‘geenzomerdagen’ heen. Zelfs door de langste dag. Uiteindelijk gaat de zon wel weer schijnen, krijgen we blauwe luchten en hoef ik mijn biertje niet meer te delen met de slakken…