Voorlezen, hoe doe je dat?

Met voorlezen kun je niet vroeg genoeg beginnen. De ene ouder heeft er geen probleem mee een verhaal voor te lezen, voor de ander is het soms wat lastiger. Wij geven je een aantal tips:

Kies samen met je kind een boek uit dat past bij de leeftijd, ontwikkeling en interesse van je kind.

Het is fijn als je elke dag op een vast tijdstip voorleest. Het voorlezen hoeft niet zo lang te duren. Dat ligt aan de leeftijd en de aandacht van je kind.

Bekijk eerst samen met je kind de voor en achterkant van het boek. Wat zien jullie, waar gaat het boek over?

Voorlezen is leuk, maar merk je dat je kind het boek niet leuk vindt? Leg het boek dan weg en probeer het op een ander moment nog een keer.

Lees rustig voor en als het spannend wordt juist heel snel of heel langzaam. Ook kan je de personen uit het boek een ‘stemmetje’ geven. Dat maakt het extra spannend.

Laat je kind reageren op wat je voorleest. Luister naar je kind en ga in op de vragen. Daarna lees je rustig verder.

Stel zelf ook vragen tijdens het voorlezen: Hoe gaat het aflopen? Wat gaat hij nu doen?

Denk je dat je kind een woord niet kent of begrijpt? Neem dan de tijd om dit uit te leggen. Zo leert je kind nieuwe woorden.

Hebben jullie het boek of hoofdstuk gelezen en zijn jullie klaar? Praat dan samen nog even na over het verhaal.

Tenslotte, veel (jonge) kinderen vragen of je het boek of verhaal nog eens wil voorlezen. Ze vinden het fijn om te weten wat er komt en maken dan zelf het verhaal graag af. Voor jou niet altijd even leuk, maar herhaling is goed voor het geheugen en om nieuwe informatie een plek te geven.