Onveilige hechting
Ouders of verzorgers van een kind zijn hun hechtingsfiguur. De drie B’s die een hechtingsfiguur moet bieden, zijn: betrouwbaarheid, beschikbaarheid en betrokkenheid. Om verschillende redenen kan het zijn dat een of meerdere van de drie B’s ontbreken bij de hechtingsfiguur en dat een kind zich daardoor niet veilig kan hechten.
Ambivalente hechting
Wanneer verzorgers van een kind onvoorspelbaar reageren en de ene keer wel en de andere keer niet beschikbaar zijn, kan het kind zich niet veilig hechten. Misschien gaat het zich dan voortdurend aan de verzorger vastklampen. Of het kind gaat behoeften en gevoelens heel erg uitvergroten. Het gaat aan zichzelf twijfelen: “Ik ben waarschijnlijk niet de moeite waard.”
Mogelijk ontwikkelt zo’n kind zich tot een volwassene die heel erg gaat bewijzen ‘goed genoeg’ te zijn, door bijvoorbeeld anderen te pleasen. Ze overschreiden daarbij vaak hun eigen grenzen.
Een ambivalent gehecht persoon in een liefdesrelatie, is altijd bang om de partner kwijt te raken. Bij ruzies wordt de achtervolging ingezet. Er moét (onmiddellijk) uitgepraat worden:
“Kijk naar mij, ik heb je nodig, je mag mij niet in de steek laten. Ik wil voor jou alles doen.”
En als dat geen effect heeft, wordt de verdediging ingezet:
“Ja, alsof jij perfect bent! Jij doet toch ook wel eens iets fout!”
Onder al die woorden zit angst. Angst dat de ander vertrekt.
Vermijdende hechting
Als verzorgers de behoeften en signalen om zorg en troost niet beantwoorden of zelfs afwijzen, kan het kind stoppen met het geven van signalen. Het kan dan lijken alsof het kind onverschillig is ten opzichte van de hechtingsfiguur. Maar wat het kind doet, is zichzelf beschermen tegen afwijzing. Het gaat dan zelf afwijzen en afstand houden. Het durft zich niet goed meer te hechten en besluit nog alleen op zichzelf te vertrouwen.
Een vermijdend gehechte zal in een liefdesrelatie geneigd zijn om emotionele afstand van de partner te houden. Bij ruzies lopen ze weg, mentaal of fysiek. Ze sluiten zich af. Onder dit gedrag zit angst.
Angstig-vermijdend gehecht
Soms zijn hechtingsfiguren ronduit beangstigend voor kinderen. Sowieso in het geval van misbruik en mishandeling. Maar ook een extreem angstige hechtingsfiguur kan een beangstigend effect hebben op een kind. In plaats dat het kind troost en geruststelling krijgt bij de hechtingsfiguur, ervaart het alleen maar meer angst. Zo’n kind kan geen kant uit en weet totaal niet hoe hiermee om te gaan.
Angstig-vermijdende volwassenen willen enerzijds heel graag een liefdesrelatie omdat ze moeilijk alleen kunnen zijn. Anderzijds willen ze de partner niet te dichtbij laten komen. Ze vertonen vaak een patroon van aantrekken en afstoten. Dit patroon wordt in stand gehouden door angst.
Bron: https://www.idcounseling.com