Iris blogt: langs de lijn
Onze kleinzoon Jan is al een tijdje dol op voetballen. De hele zomer was hij druk in de weer met zijn nieuwe voetbal en legde mij, voetbal-nitwit, alles uit over kappen, panna en omhaal. Hij deed alle trucjes voor en ik vond hem geweldig. Vanwege mijn slechte knieën is een potje voetballen voor mij wel een dingetje. Maar na afloop van het spel kreeg ik als compliment: “Voor een oud iemand met een nepknie die niks van voetballen weet, ben jij echt heel goed oma.” Na de zomervakantie (2023) ging hij bij een voetbalclub en omdat hij in Noord-Holland woont, moeten we het sindsdien meestal doen met foto’s en filmpjes van zijn trainingen en wedstrijden.
Nu passen we een paar dagen op en daarbij hoort natuurlijk ook dat we hem naar de training brengen en zijn wedstrijd op zaterdag bijwonen. Gelukkig vindt de wedstrijd op een redelijk tijdstip plaats. Half elf is prima te doen. Zijn warming-up begint om tien uur en wij houden ons nog even warm in de kantine. De kantine die bij toerbeurt wordt gerund door ouders. Een team van ukjes, heet dat niet F-jes, is kampioen geworden en dat wordt gevierd. Moeders, vaders, oma’s opa’s, kinderen en trainers lopen druk door elkaar. Ze bespreken de wedstrijd, maken foto’s en delen medailles uit. Dat alles met Noord-Hollandse harde ronde klanken en de befaamde rollende rrrrrrrrr. Het is alsof ik in een tv-serie van RTL4 ben beland.
Even later sta ik in de gure wind langs de zijllijn van het voetbalveld. Ik ben er klaar voor, dikke jas aan, sjaal om en een kop koffie om mijn handen warm te houden. Nog even en de wedstrijd begint. We hebben vooraf kijkinstructies van onze dochter gekregen. Aanmoedigen mag, maar met mate. Commentaar geven, schelden en advies geven mogen we niet. De scheidsrechter fluit en de wedstrijd begint.
Als snel zie ik dat de voetbalkwaliteiten binnen de teams ver uiteenlopen. Onze kleinzoon doet het samen met nog twee ander jongens verrassend goed. Om dat te zien hoef je niet veel voetbalkennis te hebben. De andere teamgenoten trappen ook gezellig mee. Soms gewoon, hoppa weg die bal. Eén jochie vindt het toch wel heel erg spannend als hij een bal krijgt aangespeeld. Hij gaat telkens eerst geschrokken achteruit voordat hij dan toch de bal wegtrapt.
Jan scoort twee keer en zijn teamgenoot een keer, maar de tegenpartij is sterker en als ze voor de zesde keer scoren trekt ‘onze’ de keeper dat niet meer en rent boos weg. Tja, dat zie je nu nooit op tv. Het probleem wordt rustig opgelost en het spel gaat verder. Na de wedstrijd is er nog een rondje penaltyschoppen. Gewoon voor de fun, voor de verbroedering en dan is het voorbij.
Onderweg naar huis neemt onze kleinzoon de wedstrijd nog even met ons door. Hij vindt met 6-3 verliezen geen groot drama. Hij heeft gewoon weer lekker kunnen voetballen. Na de zomer wordt hij overgeplaatst naar een groep waarin zijn kwaliteiten meer tot zijn recht kunnen komen. Maar het gaat hem niet alleen om het winnen of om de beste te zijn. Het gaat hem vooral om het spelen samen met zijn teamgenoten en het plezier bij het uitvoeren van de trucs en de moves.
Dat plezier in sporten en het teamgevoel dat gun ik elk kind. Gelukkig is dat ook voor elk kind mogelijk, want als jouw kind om financiële reden niet kan sporten, kan je bij Stichting Leergeld terecht. Geen kind hoeft dus langs de lijn te staan. Dat is de plek waar jij je kind (met mate) mag aanmoedigen!