Puber

Je puber ontwikkelt zich snel op allerlei gebieden, zoals lichamelijk, seksueel en sociaal-emotioneel. Als ouder ben je druk met het opvoeden, het (opstandige) gedrag, het mediagedrag en de gezondheid van je puber. Je wilt natuurlijk ook dat je kind gezond eet. Maar hoe doe je dat eigenlijk? Vrije tijd vinden pubers belangrijk. Ze trekken er graag met vrienden op uit. Ze gaan ook steeds meer ontdekken en experimenteren, zoals drank, drugs en roken. Hoe ga je er als ouder mee om als je puber met deze genotmiddelen in aanraking komt? Je puber zit op de middelbare school, maar kiest straks een vervolgstudie. Misschien wil je puber ook wel een baantje om extra geld te verdienen. Hoe kun je je kind hierin steunen en begeleiden?

Verkeerde vrienden

Als ouder kun je het er moeilijk mee hebben als je vindt dat je kind geen goede vrienden heeft.

Invloed verkeerde vrienden

Bij sommige kinderen is duidelijk te zien dat hun vrienden een verkeerde invloed op hen hebben. Bijvoorbeeld doordat ze niet meer op tijd thuiskomen, of gaan roken, blowen, spijbelen, of zich zelfs crimineel gaan gedragen en dingen stelen of vernielen.

Dingen doen die niet mogen zijn spannend

Pubers kunnen het heel spannend vinden om met vrienden om te gaan die dingen doen die ze niet mogen van hun ouders. Ze zetten zich tegen je af. Als pubers onzeker zijn, gaan ze graag om met iemand waar ze tegen opkijken en die spannende dingen durft te doen. Daardoor voelen ze zich sterker, maar ze moeten dan wel meedoen, anders zijn ze geen vrienden. Ze staan dus ‘onder druk van de groep’.

Hoe merk je dat jongeren verkeerde vrienden hebben?

  • Vrienden komen nooit bij jullie thuis.
  • Vrienden halen hen nooit thuis op.
  • Ze praten niet of bijna nooit over hun vrienden.
  • Je weet niet waar ze zijn als ze niet thuis zijn.

Hoe kun je verkeerde vrienden voorkomen?

  • Heb je een goede band met je kind? Heeft het voldoende zelfvertrouwen? Dan is de kans kleiner dat jongeren verkeerde vrienden uitkiezen.
  • Vraag naar de vrienden van je kind en praat erover.
  • Zeg nooit dat je kind niet meer met een vriend om mag gaan. Dat maakt het extra spannend.
  • Vraag je kind om vrienden mee naar huis te nemen. Je ziet dan hoe ze met elkaar omgaan.
  • Help je kind andere vrienden te leren kennen, bijvoorbeeld door op een teamsport te gaan.
  • Praat over gedrag dat je niet leuk vindt, zowel van je kind zelf als van de vrienden, maar wijs je kind niet persoonlijk af.