Zwanger

Denk je dat je zwanger bent? Er zijn verschillende symptomen waaraan je een zwangerschap kunt herkennen. Als je weet dat je zwanger bent, is het goed om zo gezond mogelijk te leven. Let bijvoorbeeld op je voeding en laat genotmiddelen staan. Tijdens de zwangerschap word je begeleid door de verloskundige of gynaecoloog. Zij houden in de gaten of het goed gaat met jou en de baby. Maar hoe doen ze dat? En hoe ga je om met veranderingen van bijvoorbeeld je lichaam of binnen je gezin? Als je zwangerschap vordert, komt de bevalling steeds dichterbij. Maar hoe verloopt een bevalling eigenlijk? En welke spullen zijn nodig voor de bevalling en als de baby er is?

Net na de bevalling

Net na de bevalling wordt de navelstreng doorgeknipt en volgt de nageboorte. Daarna is het tijd voor de eerste borstvoeding.

Navelstreng

Na de geboorte is de baby nog even met de moeder verbonden via de navelstreng. Vlak na de geboorte stroomt er nog bloed door de navelstreng naar je baby. Je baby gaat nu zelf ademhalen en heeft de verbinding met jou niet meer nodig. Na enkele minuten houdt de navelstreng op met kloppen: er stroomt geen bloed meer door.

De arts of verloskundige klemt de navelstreng af met een navelklemmetje. In veel gevallen mag je partner daarna de navelstreng doorknippen.

Nageboorte

Enkele minuten tot een uur nadat je baby is geboren, volgt de nageboorte (de placenta of moederkoek). Soms glijdt deze heel makkelijk naar buiten, maar meestal moet je even meepersen. De moederkoek zit vast aan de binnenkant van je baarmoeder. De verloskundige geeft soms een injectie om de nageboorte te versnellen.

Zodra de placenta eruit is, controleert de verloskundige of deze compleet is. Er mogen geen stukjes in de baarmoeder achterblijven, omdat ze ontstekingen of nabloedingen kunnen veroorzaken.

De eerste voeding

Kort na de bevalling laat je je baby voor het eerst aan je borst drinken. Je kindje is dan heel wakker en wil graag zuigen. Dat is een goed moment om te oefenen, en zo leer je elkaar ook kennen. Houd je kindje lekker vast en streel het zachtjes. Dat is geruststellend in deze nieuwe situatie.

Wil of kun je geen borstvoeding geven? Geef je baby dan kunstvoeding (flesvoeding) die goed is voor pasgeboren zuigelingen.