Peuter

Peuters ontwikkelen zich razendsnel. Zo gaan ze beseffen dat ze een eigen persoon zijn en kunnen steeds beter praten, denken en onthouden. Als ouder ben je druk met het opvoeden, het gedrag en het verzorgen van je peuter. Je wilt natuurlijk ook dat je kind gezond eet. Maar hoe doe je dat eigenlijk? Je peuter speelt en beweegt graag en gaat regelmatig op ontdekkingstocht. Je wilt natuurlijk dat je kind overal veilig kan gaan en staan. Maar hoe zorg voor je voor een veilige omgeving? Hoe ouder je peuter wordt, hoe dichterbij de basisschool komt. Hoe kies je een juiste school?

Kleurenblind

Als je kind niet zo goed het verschil tussen verschillende kleuren ziet, heet dat: verminderd kleurenzien. Een rood-groenstoornis komt het vaakste voor. Dan ziet je kind geen goed verschil tussen rood en groen. Een geel-blauwstoornis komt heel soms voor.

Verminderd kleurenzien

Verminderd kleurenzien komt veel voor. Acht procent van de jongens en een half procent van de meisjes zien rood- en groentinten anders dan de meeste mensen. Het wordt vaak kleurenblindheid genoemd. Maar die term klopt eigenlijk niet helemaal. Vaak ziet je kind wel de heldere kleuren, maar kan het de zachtere tinten niet goed onderscheiden. Er zijn niet zo veel mensen die rood en groen helemaal niet uit elkaar kunnen houden. En andere, meer ernstige vormen van kleurenblindheid zijn heel zeldzaam.

Wanneer testen?

Het kleuren zien begint al als je kind nog een baby is. Maar voor peuters is het vaak nog moeilijk om kleuren te benoemen. De Jeugdgezondheidszorg kan je kind testen op kleurenblindheid. Testen of een kind kleuren kan zien kan betrouwbaar vanaf ongeveer 7 jaar. Soms lukt het eerder.

Kleurenblindheid is vaak erfelijk

Kleurenblindheid is vaak een erfelijke aandoening, maar niet altijd. Meestal is het wel bekend als er binnen je familie kleurenblindheid voorkomt.

Vooral de rood-groenkleurenblindheid is meestal erfelijk. Moeders die draagster zijn, kunnen het doorgeven aan hun kinderen. Jongens die het meekrijgen zijn dan kleurenblind. Meisjes zijn dan, net als hun moeder, draagster. Als moeder weet je meestal wel of je eigen vader, broer of grootvader kleurenblind was. Kijk voor meer informatie en uitleg op Erfelijkheid.nl.

Andere vormen van kleurenblindheid zijn zeldzamer en kunnen later ontstaan door een afwijking van het netvlies.

Omgaan met kleurenblindheid

Kleurenblindheid is niet te genezen. Het is wel goed om het te weten, zodat jij en je kind er rekening mee kunnen houden. De meeste kinderen leren goed omgaan met kleurenblindheid. Speelgoed en lesmateriaal hebben vaak veel kleuren. Kleurenblinde kinderen hebben daar minder aan, maar dat zal je peuter nog niet zo merken.

Bij verkeerslichten is er geen probleem. De overheid heeft aan het rode licht wat geel toegevoegd en aan het groene licht wat blauw, zodat ook kleurenblinden ze herkennen.