Baby

Het is een bijzonder moment als je vader of moeder bent geworden. De tijd na de bevalling heet de kraamtijd. Als moeder word je goed in de gaten gehouden door de verloskundige, kraamverzorgende of arts. Pasgeboren baby’s hebben de eerste tijd qua voeding niet veel meer nodig dan borstvoeding of flesvoeding. Je baby ontwikkelt zich het eerste jaar razendsnel. Ze leren veel en vinden het bijvoorbeeld leuk om samen met je te spelen. Als ouder ben je veel bezig met opvoeden, het gedrag en het verzorgen van je baby. Je doet de baby in bad, verschoont de luier en probeert de verschillende signalen die je baby geeft te herkennen en te begrijpen.

Inbakeren

Inbakeren wordt gedaan om het huilen van je baby te verminderen en slaap te verbeteren.

Beginnen met inbakeren

Als je er over denkt om je baby in te bakeren, bespreek dit dan eerst met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg. Zij kunnen je vertellen of voor jouw kind inbakeren een optie is en welke manier van inbakeren veilig is. Soms heeft jouw baby al baat bij regelmaat, voorspelbaarheid en het verminderen van prikkels.

Begin in elk geval niet meteen met inbakeren na de geboorte. Zo hebben jij en je baby eerst nog de tijd om aan elkaar te wennen door middel van lichamelijk contact.

Tips om veilig in te bakeren

Bij inbakeren wikkel je je baby in doeken om huilen of onrustig slapen te voorkomen. Het is belangrijk dat je hierbij rekening houdt met een aantal veiligheidstips:

  • De stof die je voor het inbakeren gebruikt mag niet te dik zijn.
  • De stof mag niet te los of te strak zitten: een baby moet zijn benen in opgetrokken stand kunnen spreiden (de kikkerstand).
  • Zorg dat de bakerdoek niet tegen het gezicht van je baby komt. Je baby kan dan onrustig worden, omdat het dan voor je baby kan lijken alsof hij wordt aangelegd voor een voeding.
  • Een inbakerdoek moet onder de voeten gesloten worden.
  • Armen moeten stevig langs het lichaam worden ingepakt.
  • Ook moet er stof om de schouders, om te voorkomen dat je baby zijn armen aan de bovenkant bevrijdt.
  • Het hoofd mag niet bedekt zijn vanwege kans op oververhitting.
  • Stop altijd met inbakeren als je baby begint te draaien (zonder inbakerdoek). Het is gevaarlijk als een ingebakerde baby op de buik draait.
  • Begin met afbouwen voordat je kind vier maanden is en stop voordat het zes maanden is.
  • Als je je baby in bed legt, leg hem dan altijd op de rug.

Wanneer niet inbakeren

Baker je baby niet in:

  • Als hij ziek is of koorts heeft.
  • Wanneer je baby een ernstige luchtweginfectie heeft.
  • Verschijnselen van of aanleg voor heupdysplasie vertoont.
  • Wanneer scoliose (kromming van de ruggengraat) wordt geconstateerd.
  • De eerste 24 uur na vaccinatie.
  • Als je baby zelf begint om te rollen.
  • Als je baby ouder is dan zes maanden (begin met afbouwen rond de vier maanden).
  • Overleg met de jeugdarts, huisarts of specialist als de baby eczeem heeft. Meestal kan de baby wel ingebakerd worden bij droog eczeem, maar niet bij nat eczeem.

Inbakerzak en inbakerdoeken

Naast inbakeren met losse doeken, kun je ook speciale inbakerdoeken of een inbakerslaapzakje gebruiken. In een inbakerslaapzakje zitten geen armsgaten; de armpjes zitten in de slaapzak. Het is belangrijk dat de doeken of de slaapzak voldoen aan de veiligheidseisen. Op het consultatiebureau van de Jeugdgezondheidszorg kun je hier meer informatie over krijgen. Kijk voor het verschil tussen een inbakerslaapzak en een inbakerdoek op Veiligheid.nl.

Vraag advies en instructie

De jeugdverpleegkundige en jeugdarts van de Jeugdgezondheidszorg kunnen antwoord geven op al je vragen en zij weten precies wat een veilige manier is van inbakeren. Zij kunnen je ook helpen om het huilen van je baby te verminderen door middel van rust en regelmaat.

Je kunt ook een flimpje bekijken over inbakeren en troosten op de website van de Cyberpoli. Scroll voor het filmpje naar beneden.